De LLO-Katalysator is een meerjarig programma van de drie onderwijskoepels MBO raad, Vereniging Hogescholen en de Universiteiten van Nederland samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Er wordt met vertegenwoordigers vanuit deze koepels, OCW en het bedrijfsleven hard gewerkt aan de uitwerking van het plan van aanpak, het inrichten van een ondersteunende organisatie, de inrichting van het programma en de werkwijze voor het aanvragen van subsidies. We stellen je graag voor aan de kartrekkers. Vandaag is de beurt aan Jopie Nooren, voorzitter van de tijdelijke stuurgroep van de LLO-Katalysator, bestuurslid van de Vereniging Hogenscholen en voorzitter van het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam.
Op welke wijze ben je betrokken geraakt bij de LLO-Katalysator?
Binnen mijn rol als bestuurslid van de Vereniging Hogescholen heb ik het thema leven lang ontwikkelen een van mijn aandachtsgebieden. Dit zijn alle activiteiten die we doen om-, bij- en nascholing te realiseren. Vanuit deze rol ben ik betrokken geweest bij de originele aanvraag bij het Nationaal Groeifonds. De vereniging Hogescholen is één van de drie betrokken partijen samen met de MBO-raad en de Universiteiten van Nederland. We hebben dit gezamenlijk aangevlogen omdat we het met elkaar heel belangrijk vinden om hetgeen wat we in het publieke domein ontwikkelen op het gebied van onderwijs en onderzoek, ook beschikbaar is voor mensen in het werkveld.
Wat is jouw rol binnen de (tijdelijke) stuurgroep van de LLO-Katalysator?
Ik ben tot nu toe voorzitter geweest van het gehele traject om gezamenlijke stappen te zetten en vanaf het moment dat we de NGF-aanvraag gegund hebben gekregen stapsgewijs aan de organisatie te bouwen . Denk dan aan het vaststellen van de werkwijze en samenwerkingen tussen de drie branches en ieders achterban en vooral de manier waarop organisaties subsidies kunnen aanvragen. Maar ook de samenwerking met OCW. Zij hebben de aanvraag ingediend bij het Nationaal Groiefonds en zijn dus een belangrijke partner binnen het programma. Samen bouwen we aan de uitvoeringsorganisatie. Hoe gaan we van papier naar praktijk en hoe zorgen we ervoor dat we mooie initiatieven een plek kunnen geven.
Wat is voor jou het belang van een Leven Lang Ontwikkelen?
We vinden het belangrijk dat mensen goed geschoold zijn en blijven om bij te dragen aan de maatschappelijke opgaven. We hebben binnen Nederland gezorgd voor een onderwijssysteem waarbij je na het behalen van een opleiding een gekwalificeerd diploma hebt die bij alle bedrijven, ook internationaal, van waarde is. Het effect van dit systeem is dat het diploma dus ook echt iets voorstelt. Maar wat betekent het in een maatschappij met veranderend maatschappelijke opdrachten? Het is belangrijk dat iemands kennis en vaardigheden daarop aan sluit. Je bent met het behalen van een diploma niet klaar met leren. De wereld is continu in verandering en we krijgen steeds weer nieuwe inzichten.
Ik ben zelf opgeleid als ergotherapeut, maar tijdens mijn opleiding was er nog geen aandacht voor DNA. Echter, toen ik aan het werk was, werd het duidelijk dat er bij kinderen twee verschillende vormen van nachtblindheid zijn die te achterhalen zijn via het DNA. De behandeling en therapie voor beide vormen verschillen sterk. Dit illustreert het belang van Leven Lang Ontwikkelen (LLO), waarbij bijscholing essentieel is om maatwerk te kunnen blijven leveren. Nieuwe inzichten en ontdekkingen zijn continu aanwezig en raken uiteindelijk alle werkenden in Nederland. Om hier als werkende maatschappij in mee te kunnen draaien, speelt LLO een belangrijke rol. Met de LLO-Katalysator geven we initiatieven een impuls die LLO oplossingen bieden. Waarbij we ons in de pilot fase richten op de energie- en grondstoffentransitie.
Het vraagt een andere denkwijze van het bedrijfsleven. Als er arbeidstekorten zijn heeft het geen zin om te blijven zoeken naar mensen met vijf jaar ervaring in het vakgebied. We zullen creatief moeten worden en kijken welke mensen talenten hebben die ingezet kunnen worden met passende scholing. Hoe kunnen we als er functies verdwijnen, bijvoorbeeld wegens automatisering van werkprocessen, de mensen die dit werk vervullen tijdig omscholen. Het is belangrijk dat we gaan kijken waar daadwerkelijk het talent van deze medewerkers ligt en op welke gebieden zij die nog meer kunnen inzetten met behulp van bij- of omscholing.
Waar ik me 100% voor in wil zetten is dat we binnen Nederland een aanpak kunnen implementeren waar we alle talenten benutten en er waardevol werk is voor iedereen.
Zijn er binnen de LLO-Katalysator bouwstenen waar je de meeste affiniteit mee hebt?
Ik geloof juist in de gebundelde kracht van de vier bouwstenen samen. Je ziet vaak dat er bij trajecten op één onderdeel wordt gefocust waarbij we zeggen ‘We willen wat anders en dit is wat we willen’. Maar we vergeten daarbij te zorgen dat mensen in die veranderingen meekunnen. Zoals de binnen de energie- en grondstoffen transitie. We weten bijvoorbeeld nu al dat er vanaf 2035 geen nieuwe benzineauto’s meer worden verkocht. Maar de meeste monteurs zijn mechanisch geschoold. Hoe gaan we ervoor zorgen dat deze monteurs straks meekunnen en hun talenten blijven benutten? Door de combinatie van de vier bouwstenen gaan we naar een LLO-cultuur waarbij we het talent in Nederland optimaal kunnen en blijven benutten en we met onze om- en bijscholing hier actief op inspelen. En daarvoor heb je alle inzet .

Waarom is LLO een publiek thema binnen Nederland?
Als we het over maatschappelijke opgaven hebben, is dat iets wat we met heel Nederland moeten aanpakken. Dat is heel omvangrijk en dat kunnen we alleen doen als we mensen hierin meenemen en we ervoor zorgen dat iedereen de kans heeft om mee te gaan in de verandering. Dat vraagt om een aanpassing in de mindset. Supergoed dat je als begin twintiger je diploma hebt behaald. Je leeft echter in een wereld die constant verandert.
Jij bent waardevol en we zorgen voor waardevol werk laten we er dan voor zorgen dat je ook in de toekomst waardevol blijft. Dit zou voor iedereen gelijk moeten zijn. We zien dat hoger opgeleiden met middelen het wel regelen voor zichzelf of via de werkgever. Als we vanuit de overheid zeggen dat we geen stikstofuitstoot meer willen, dan vraagt dit een andere manier van werken. Als het een publieke opgave is, moeten we het ook mogelijk maken dat alle mensen meekunnen in de transitie en hier een bijdrage aan te leveren. In essentie is dat waar de LLO-Katalysator voor mij over gaat.
Hoe zie je de rol van het bedrijfsleven in de LLO-Katalysator?
Het bedrijfsleven heeft een eigen verantwoordelijkheid in het bij- en nascholen van medewerkers. Er zijn scholingsinstituten bij met name grotere bedrijven, maar de meeste bedrijven zijn zo druk met de opdrachten van vandaag dat ze niet toekomen aan het voorbereiden van hun organisatie op de maatschappelijke opgaven en de introductie van nieuwe technologieën in de toekomst. Wij willen met het bedrijfsleven gaan nadenken over hoe de nieuwe economie eruit gaat zien en wat dat van hen vergt. Wat betekenen die transities voor het bedrijfsleven, hoe gaan we daarmee om? Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Een duidelijk voorbeeld is de verwarmingsmonteur die zijn handen vol heeft aan het onderhouden van de bestaande Cv-ketels. Tot kortgeleden werd een Cv-ketel gewoon vervangen voor een nieuwe als het tijd was. Maar nu komt de vraag, ga ik van het gas af? Wanneer dan en wat zijn dan mijn alternatieven? Op een gegeven moment zullen de bedrijven die Cv-ketels verkopen dus mee moeten in de transitie naar andere verwarmingsbronnen, dat betekent personeel opleiden maar ook verder vooruitkijken en het vergt andere kennis en vaardigheden. Want wat zijn dan slimme investeringen? Dat moet berekend worden, welk subsidiesysteem past hierbij en welke vorm van verduurzaming is het meest effectief. Wat betekent dat voor het personeel en hoe verleiden we mensen om gebruik te maken van de alternatieve verwarmingsbronnen. En daarop zullen we moeten kijken wat dat betekent voor het personeel en hoe we mensen verleid. Het is een prachtig voorbeeld van hoe de maatschappelijke transities overheid, onderwijs, bedrijfsleven en burgers bij elkaar brengen.
Hoe zie je de rol van het bedrijfsleven in de LLO-Katalysator?
Ja, we gaan dit doen en leren met elkaar. We gaan, als dit lukt, iets doen wat we in Nederland en België nog niet deden. Alle krachten bundelen tussen werkveld en onderwijsinstellingen om met elkaar nieuwe manieren van werken te vinden met waardevol werk voor iedereen. Passend bij de maatschappelijke opgaven die we met elkaar hebben.
Dat betekent dat we moeten samenwerken. Dat is dan ook mijn oproep aan onderwijsinstellingen. Ga het niet alleen bedenken voor het werkveld maar ga in gesprek en kom samen tot passende oplossingen. Het liefst bedrijfsoverstijgende oplossingen. En vergeet niet, wat we doen is nuttig maar ook heel erg leuk. We kunnen eraan bijdragen dat het talent in Nederland optimaal wordt benut. Dat is een geweldige kans. Om voor iedereen waardevol werk te realiseren, dat is prachtig. Dat de overheid dit toestaat en dat we hier met publieke middelen een bijdrage aan leveren. Zo voel ik het.